London was top. Het reisgevoel dat het uitje bracht geeft meteen extra zin in nieuwe ontdekkingen doen met z’n viertjes. Al was Londen niet nieuw voor de bemanning, want 7 jaar geleden was Londen de laatste bestemming van onze reis voor we naar IJmuiden voeren. En nu, met oudere kids was de beleving van de stad toch helemaal nieuw. Wat we daardoor ook beseffen: deze reis zal veel lijken op de vorige en toch anders zijn. Toen zeilden we het kanaal uit, Biskaje in en bogen we af naar Porto en Lissabon. Dat willen we nu weer doen en vragen ons daarbij af: willen we herbeleven wat we toen meemaakten maar dan met twee 8 jaar oudere kids, of is het leuker zo veel mogelijk nieuws te beleven?
Toch werkt het steeds aanstekelijk als we Louise en Minne vertellen ‘hier voeren we in 2017 en toen gebeurde er dit’. ‘Echt?’, reageren de kids dan enthousiast en een oud verhaal wordt her-verteld. ‘Waar wisselde ik mijn eerste melktand ook al weer’, vraagt Louise. ‘Guernsey’, ‘tijdens een fietstocht schat, toen je in een stokbroodje hapte’ (guernsey 2017). ‘Dat eiland is toch ook een belastingparadijs?’, weten Louise en Minne. ‘Klopt, geen tax’. ‘Daar willen we weer heen!’ (Of het de factor ‘paradijs’ is die lokt, of het idee electronica zonder tax aan te kunnen schaffen, wordt niet helemaal duidelijk).
We nemen de weerkaarten door. De Scillies zouden we graag zien, maar nu, eind april, is het er nog fris en de wind is er net niet top voor lijkt het. ‘De kanaaleilanden dus’.
We gaan de zee weer op en de omstandigheden zijn prachtig. Stroom en wind staan mee als we ons langzaam losmaken van de Engelse kust. Plan: een nacht doorzeilen en dan landen we ergens in de middag in St Peters Port, weer met stroom mee. Moet wel, stroom mee, want die jakkert daar fors en het is nog springtij ook.

Gedurende de avond worden we minder en minder enthousiast over de zee. We hebben nu ‘wind tegen stroom’ en zitten in een wasmachine. En dat terwijl we nog niet eens in de buurt van Cherbourg en alle ‘races’ zijn. Caatje ligt uitgeteld in de kajuit, Minne opgekruld in ons bed en Louise heeft haar vertrouwde positie in de kuip ingenomen, bleek onder een dekentje. Niemand piept, nou ja, de bemanning piept niet -piepen is al te veel gevraagd- maar de Bojangles, onze meest comfortabele boot ooit, kan niet voorkomen dat de zee om de romp gorgelt, de boeg zich door hoekige golven graaft, het tuig zuchtend vlagen opvangt en dat alles dat een beetje bewegen of schavielen kan, piept en kraakt en klappert. Het is halftwee ‘s nachts, pikkedonker en hebben nog een uur of 14 zeilen voor de boeg. Daarin gaat de stroom even meestaan, maar ook nog 6 uur tegen. Dat doorstaan, door de races gorgelen en ook de aanloop met razende stroom mee bij Guernsey, we verheugen ons er niet op. En bovendien verknallen we op deze manier plezier voor allevier voor op de boot en op het water zijn.
We gijpen terug naar Engeland besluiten we. Beter ten halve gekeerd… Het voelt even als verlies, of zwakte.
Maar meteen na de gijp weten we dat deze keuze de goede was. Het schip komt tot rust, de complexiteit voor de komende uren is nihil, we zijn trots op onze flexibiliteit. We zetten koers naar Weymouth. Zo westelijk zijn we op onze vorige reis nog niet geweest onder de Engelse kust, dus wat nieuws te ontdekken!

Als de dag aanbreekt zijn de kids even onthutst. Wat, weer bij Engeland?!! En wat een omweg joh! Toch zijn ook zij flex en blij met de rust in het schip. Bovendien duikt er een unieke optie op enkele mijlen voor we Weymouth aanlopen: Lulworth Cove. De omstandigheden zijn perfect om daar even naar binnen piepen. Hoort elke zeiler een maal in z’n leven te doen, zegt de pilot, dus die kunnen we dan meteen afvinken.

De ‘cove’ blijkt verrassend mooi. Er ligt slecht één ander zeiljacht en langs de oever zien we ‘dagjesmensen’ wandelen. In de zonovergoten baai laten we het anker vallen en gooien de bijboot in de plomp. Minne scheurt dolenthousiast z’n eerste rondjes met de ‘Lispeltuut’ om de Bojangles heen en even later chauffeuren de kinderen ons naar de oever. We kunnen een ijsje scoren en een stukje wandelen, genieten van het uitzicht, zwemmen zelfs in het ijskoude water (nog geen tien graden Celcius) en hebben opeens het cruise-gevoel.









Op het laatste stukje ebstroom zeilen we een paar uur later richting Weymouth. De omstandigheden zijn inmiddels zo perfect dat onze Insta-foodie stoer (op zee!) de kombuis induikt en een dooie-vis-hap in elkaar zet waar de gemiddelde Jeugdzeiler een puntje aan kan zuigen.

Eenmaal afgemeerd in Weymouth ervaren we weer hoe vroeg in het seizoen wij naar het zuiden trekken. Net als in Eastbourne en Lulworth: er varen nog bijna geen jachten, de kaai is vrijwel leeg. De enthousiaste havenmeester heeft al wel tips voor de timing van de volgende kaai, waar het flink kan spoken (hij rept over ‘broken arms’, de kids huiveren bij de gedachte aan wat voor zee dát dan moet veroorzaken, zeker na onze ervaring de vorige nacht). Maar eerst genieten we van een charmant Engels stadje dat langs de rivier bruist van het (bierovergoten) leven en we signaleren ook een iets ander maar daarmee niet minder karakteristiek fenotype Engelsman dan in London.




De volgende ochtend blijkt het leven rond de pier nog niet echt op gang, de kermis is nog dicht, maar dan wordt de Marks & Spencer ontdekt. Meer dan in Londen wordt het echte Engelse leven zo langzaam aan ons geopenbaard en in de vorm van donuts en ander zoete vettigheid aan boord gesleept.
Perfect getimed -we nemen geen enkel risico- ronden we om klokslag 1300 uur Portland Bill. Zo perfect dat de zee spiegelvlak is en een gebroken nagel niet eens tot de opties behoort.


In de zon en met wind in de rug koersen we richting Dartmouth. Een rivier in de ‘county of Devon’, die eerder al door Haas bejubeld werd en al lang op de verlanglijst stond. Als we in het begin van de avond de rivier op dobberen, vallen de monden open van verbazing. Zo ruig en tegelijkertijd zo lieflijk, zo groen en sprookjesachtig bebouwd, ook de kids zitten gebiologeerd in de kuip.



De rivier stuwt ons zachtjes richting de ankerspot die we als tip kregen (bij de ‘Anchor Stone’, net voor Dittisham, ja, ja, dat is ‘m!). Heuvels, kliffen, bossen en weilanden, rustieke optrekjes, een eigen zeehond: wat een plek! Louise en Minne gooien de hengel uit, Louise voorziet ons van perfecte Insta-kiekjes en we plannen een wandeling naar Dartmouth voor de volgende ochtend.




We gaan wandelen van Ditwashem naar Dartmouth. Als snel ontdekken we dat je op google maps best slecht ziet hoe veel hoogtemeters in een tocht zitten, als je je daar niet in verdiept. Hijgend en puffend, soppend (door een weggetje dat zichzelf tot riviertje omdoopte) en zingend sjokken we onder de warme zon van eind april richting Dartmouth. We kunnen alles hebben want gelukkig deden we in Londen al de marathon als training voor dit ‘wandelingetje’.


Met paardebloemkransen om de nek eindigen we onze tocht bij de ‘beste koffie tent’ van de regio en genieten van versnaperingen en de wifi. De iPad is mee immers, want we zijn nu een week op pad en Minne wil op deze vrijdag Vlog #1 posten (klik hier) Voldaan eindigen we in de beginnende schemer weer bij onze boot, daar heen gebracht door een pontje dat menig pondje kostte.





Via een nachtje voor anker in de monding van de ‘River Yealm’ (schattig en totaal andere orde dan de Dart, we zijn nu al verwend merken we en een zwempartij door de kids, wederom vrijwillig), zeilen we naar Falmouth. We zitten inmiddels in Cornwall en hebben wederom de keuze ‘Scillies/Brest/Coruna’. Een potje tennis (baan inclusief bij de jachthaven), een mega-pizza en een bezoek aan de door veel vlees en verpieterde groente getekende supermarkt later, zetten we koers Coruña in. De Scillies maken de oversteek over Biskaje onhandig bij de heersende wind, Brest ligt op de route -zouden we kunnen stoppen- en als we willen kunnen we door naar a Coruña.





Aan het einde van de eerste nacht scheren we langs Ile de Quessant. De beroemde vuurtorens laten hun licht door de ochtendschemer priemen. Ze onderstrepen het verlaten van het Kanaal en het opvaren van de Atlantische Oceaan, of, zoals de fransen zeggen, ‘Le Grand Bleu’. Bleu is het overigens nog niet echt, want zwarte wolken schuiven voor de opkomende zon en we zien bakken regen op de horizon vallen. Zo lijkt de Golf van Biskaje, het stuk oceaan waar we nu langs scheren, ons er op te wijzen dat hier zeilen niet lichtzinnig gebeuren kan. Eerbiedig besluiten we een rif te zetten, al geeft ons schip geen krimp. Ze is hier veel vaker geweest dan wij.
Drie dagen Oceaan geeft ritme, al is er weinig activiteit aan boord, anders dan wachtjes lopen (beter: zitten), zeilwissels, koken en afwassen en versnaperingen de kuip in brengen en afvoeren. Caatje en de kids zijn katterig en kaakjes en cola doen het goed, afgewisseld door thee en soepstengels. Toch worden ook de pasta en nasi goed gegeten en wordt ook weer de gewoonte om dagelijks noodles soepje te verorberen gestart. Minne slaapt in het grote bed, Louise klassiek in de kuip en Caatje en ik op de bank in de kajuit. Het voelt vertrouwd en het schip zeilt fantastisch op dit grote water. Dagelijks geven grote clubs dolfijnen een showtje weg en ons hart smelt als Louise en Minne ‘als vanouds’ op de boeg eindeloos gebiologeerd naar deze sierlijke dieren zitten te kijken.









In de ochtend van de derde dag is er land in zicht. Er liggen karakteristieke nevels over de karakteristieke kust en zoals bij elke voorgaande landing in de Spaanse wateren, stoeien we ook nu weer met totaal onvoorspelbare zigzaggende vissers. Aan het einde van de middag lopen we a Coruña binnen. Ook hier voelt het vertrouwd maar blijkt er weer veel meer te ontdekken dan we verwacht hadden. Met grotere kids is onze actieradius serieus gegroeid en daarmee ook de stad.


We genieten van de vriendelijke bruisende straatcultuur: niemand lijkt hier thuis te koken. Maar het is niet alleen feest. De meivakantie is allang voorbij en school wordt gestart. Toch is er tijd zat voor mooie avontuurtjes tussendoor. Ondanks dat het weer hier stukken minder is dan in Nederland, fris met af en toe een bui, gaan we golfsurfen: een groot succes, de kids worden als talent ontmaskerd. Ook treinen we een middag naar Santiago de Compostela.







De dames gaan naar de pedicure/manicure, de kinderen gaan samen ‘shoppen’ voor moederdag, Minne en ik bezoeken het Grote Zeeaquarium, we lopen dit keer wel naar de indrukwekkende Torre de Hercules en ook nieuw deze reis: de kids doen een pizza/filmavond op de boot terwijl Caatje en ik een avondje stappen. We moesten maar weer eens vertrekken, voor het hier té vertrouwd en gezellig wordt…












Link naar de Bojangles Insta van Louis
Ineke 6th July 2025
Beetje late reactie Jes:
weer heel fijn en ook lijkt het alweer zo lang geleden nu Minne ons wekelijks op de hoogte houdt.
Heerlijk….voor jullie alle 4……….en voor jou/jullie vooral ook, lees ik tussen de regels……zo fijn!!
Liefs van Ineke